Het was 1978, en de Tour de France bracht iets speciaals: een ploegentijdrit van maar liefst 153 kilometer, etappe 4 van Évreux naar Caen. Maar hier zat een twist: in plaats van de echte tijd die een team neerzette, kregen de ploegen tijdsbonussen gebaseerd op hun klassering. De winnaar pakte 2 minuten bonus, de nummer twee 1 minuut en 20 seconden, de derde 1 minuut, de vierde 40 seconden en de vijfde slechts 20 seconden. Voor veel renners maakte het dus weinig uit hoe hard ze trapten – de ranglijst werd toch herschreven door die bonussen.De favorieten waren TI-Raleigh, en zij stelden niet teleur. Met een miniem verschil van 7 seconden versloegen ze het C&A-team. Het Miko-Mercier-team van Joop Zoetemelk eindigde derde op 4 minuten en 19 seconden, terwijl Bernard Hinaults Renault-Gitane vierde werd op 5 minuten en 15 seconden. De zege van TI-Raleigh was genoeg om Klaus-Peter Thaler, een West-Duitser in hun ploeg, in de gele trui te hijsen als leider van het klassement.De top tien zag er zo uit: TI-Raleigh: 3 uur, 39 minuten en 7 seconden C&A: 7 seconden achterstand Miko-Mercier: 4 minuten en 19 seconden Renault-Gitane: 5 minuten en 15 seconden Flandria-Velda: 6 minuten en 20 seconden Lejeune-BP: 9 minuten en 4 seconden Peugeot-Esso: 13 minuten en 20 seconden Fiat: 19 minuten en 22 seconden Teka: 23 minuten en 39 seconden Jobo: 23 minuten en 48 secondenMaar achter die overwinning van TI-Raleigh school meer dan je op het eerste gezicht zou denken. Sean Kelly onthulde later in zijn boek Hunger wat er achter de schermen speelde. “Ik had geen idee van de interne conflicten die soms bij Nederlandse teams opspeelden,” schreef hij. “Pas jaren later hoorde ik het verhaal, maar binnen TI-Raleigh woedde een soort burgeroorlog. Thaler was een Duitser in een Nederlands team, en laten we eerlijk zijn: Nederlanders en Duitsers liggen elkaar niet altijd. Er is rivaliteit, en met de oorlogsgeschiedenis erbij kan dat flink oplopen.”Peter Post, de legendarische en keiharde ploegleider van TI-Raleigh, zat niet te wachten op een Duitser in de gele trui. Toch wist hij: als zijn ploeg deze tijdrit won, zou Thaler de leider worden. En toen kwam het: Gerrie Knetemann, een van de Nederlandse kopmannen, probeerde Thaler die dag te lossen. Hij liet zich expres afzakken, waardoor er een gat ontstond. Thaler moest alles op alles zetten om bij te blijven. Het lukte hem, en hij pakte toch die gele trui.Ondanks het gedoe won Bernard Hinault dat jaar zijn eerste Tour, maar TI-Raleigh schitterde met tien etappezeges, van de proloog tot de slotrit. De overwinningen waren netjes verdeeld: Thaler, Jan Raas, Gerrie Knetemann, Hennie Kuiper, Henk Lubberding en Paul Wellens boekten allemaal succes. Het was een Tour vol spanning, binnen en buiten de ploeg, maar uiteindelijk een die de geschiedenisboeken in ging.
Geef een reactie